Doelen voor het domein bewegingsexpressie
Eindtermen
ET 4.3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen: om een eenvoudig dansverloop op te bouwen.
ET 4.4 De leerlingen kunnen bewegen op een creatieve manier en daarbij één of meerdere basiselementen van de beweging bespelen: tijd, kracht, ruimte.
ET 4.5 De leerlingen kunnen nieuwe dansen ontwerpen met eenvoudige passen en figuren.
Leerplandoelen
1. Kinderen experimenteren met en bekwamen zich in de uitdrukkingsmogelijkheden van hun lichaam.
Dit houdt in dat ze:
1.2 verschillende houdingen en bewegingen exploreren.
3. Kinderen bewegen vlot in tijd en ruimte.
Dit houdt in dat ze:
3.1 experimenteren met verschillende aspecten van de tijd, zoals duur tempo, snelheid, volgorde, metrum en ritme.
3.2 zich in de verschillende ruimtelagen bewegen.
3.3 bewust omgaan met bewegingsrichtingen.
5. Kinderen ervaren de mogelijkheden van de lichaamstaal en van de dans om met zichzelf en met anderen te communiceren.
Dit houdt in dat ze:
5.3 zelf dansen ontwerpen om alleen of in groep uit te voeren.
ET 4.3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen: om een eenvoudig dansverloop op te bouwen.
ET 4.4 De leerlingen kunnen bewegen op een creatieve manier en daarbij één of meerdere basiselementen van de beweging bespelen: tijd, kracht, ruimte.
ET 4.5 De leerlingen kunnen nieuwe dansen ontwerpen met eenvoudige passen en figuren.
Leerplandoelen
1. Kinderen experimenteren met en bekwamen zich in de uitdrukkingsmogelijkheden van hun lichaam.
Dit houdt in dat ze:
1.2 verschillende houdingen en bewegingen exploreren.
3. Kinderen bewegen vlot in tijd en ruimte.
Dit houdt in dat ze:
3.1 experimenteren met verschillende aspecten van de tijd, zoals duur tempo, snelheid, volgorde, metrum en ritme.
3.2 zich in de verschillende ruimtelagen bewegen.
3.3 bewust omgaan met bewegingsrichtingen.
5. Kinderen ervaren de mogelijkheden van de lichaamstaal en van de dans om met zichzelf en met anderen te communiceren.
Dit houdt in dat ze:
5.3 zelf dansen ontwerpen om alleen of in groep uit te voeren.